Mercedes-Benz Vito: al 25 jaar een betrouwbare partner
- Gepubliceerd in Mercedes-Benz
Mercedes-Benz Vito: al 25 jaar een betrouwbare partner
Het is een kwart eeuw geleden dat de Mercedes-Benz Vito zich voor het eerst als ruime en flexibele bestelwagen profileerde in tal van sectoren met als sterke eigenschappen 'betrouwbaar, robuust en veilig'. Ter gelegenheid van de 25e verjaardag van het model wordt de optionele dodehoekassistent van de veelzijdige bestelwagen nu uitgebreid met Rear Cross Traffic Alert. In het kader van de 2020-facelift introduceerde Mercedes-Benz Vans nog meer veiligheids- en rijassistentiesystemen voor de Vito: DISTRONIC, de actieve remassistent en een digitale achteruitkijkspiegel aan de binnenzijde. Sinds de marktintroductie van de eerste generatie in 1996 zijn er meer dan 1,8 miljoen exemplaren van de succesvolle bestelwagen-modelreeks verkocht.
Ter gelegenheid van de 25e verjaardag van de bestelwagen is de Mercedes-Benz Vito nu leverbaar met een nieuw veiligheidsassistentiesysteem. Met Rear Cross Traffic Alert kan bij het achteruitrijden uit een parkeervak kruisend verkeer tot een snelheid van 16 km/u worden gedetecteerd. De bestuurder wordt optisch en akoestisch gewaarschuwd voor mogelijk gevaar door middel van rode driehoekjes in de buitenspiegel. Deze functie is beschikbaar in combinatie met de optionele dodehoekassistent, waarbij de consumentenadviesprijs van deze optie niet verhoogd wordt.
Na de designvernieuwing en de technische update in 2020 is de Vito aantrekkelijker dan ooit dankzij nieuwe viercilinder dieselmotoren en een evenwichtige prijs-prestatieverhouding. De bestelwagen is leverbaar met keuze uit vijf efficiënte viercilinder dieselmotoren uit de OM654- en OM622-motorenfamilie met een vermogen van maximaal 174 kW/237 pk. Het Vito 124 CDI topmodel met 174 kW/237 pk en een koppel van 500 Nm (gecombineerd brandstofverbruik 7,5 l/100 km, gecombineerde CO 2-emissie 195 g/km) is uitsluitend voor de Tourer met personenwagenregistratie, maar kan naar wens lokaal ook omgebouwd worden naar enkele of dubbele cabine. Andere vernieuwingen bij de huidige generatie Vito bestelwagens zijn het opgewaardeerde infotainmentaanbod, de automatische transmissie 9G-Tronic, de AIRMATIC-luchtvering voor meer rijcomfort en andere veiligheidssystemen. Een update van de designdetails - zowel uiterlijk als in het interieur - rondde de facelift af.
Eerste generatie: met overdwars geplaatste viercilinder diesel- en benzinemotoren
In 1996 introduceerde Mercedes-Benz de compacte Vito, een bestelwagen in de klasse van 2,6 tot 2,8 ton met een volledig nieuw design, die het begin van een nieuw tijdperk voor lichte bedrijfswagens inluidde. Zijn naam alleen al onderstreepte dit nieuwe tijdperk: in plaats van een combinatie van letters en cijfers kreeg de nieuwkomer de naam Vito – een directe verwijzing naar zijn 'geboorteplaats', de fabriek voor bestelwagens in de Baskische hoofdstad, Vitoria-Gasteiz.
Dit nieuw ontwikkelde model, dat eind 1995 in Spanje en Portugal op de markt werd gebracht, combineerde een aantrekkelijk design met compacte afmetingen. Met een voertuighoogte van 1,89 meter past de middelgrote bestelwagen in elke garage. De laadruimte van 3,6 m² bood echter een laadcapaciteit van bijna 5 m³, zodat de Vito ook volumineuze lading probleemloos kon vervoeren. En met een laadvermogen van een ton was de voorwielaangedreven auto ook geschikt voor het vervoer van zware goederen. De dwarsgeplaatste viercilinder diesel- en benzinemotoren namen een minimum aan ruimte in beslag en kenmerkten zich door een laag brandstofverbruik en hoog prestatieniveau. Industrie-experts en vakmensen hadden direct lovende woorden voor de nieuwkomer en verkozen het model internationaal tot 'International Van of the Year 1996'. In 2003 had Mercedes-Benz bijna 473.000 modellen van de eerste generatie verkocht.
Tweede generatie: achterwielaandrijving, meer comfort, meer variatie
In juli 2003 kwam een nieuwe generatie op de markt. Alle Vito-varianten kregen een volledig nieuw design en beschikten voortaan over achterwielaandrijving in plaats van voorwielaandrijving. Bovendien zorgde een vierwielaangedreven uitvoering voor nog meer modelvariatie, waardoor de robuuste bestelwagen ook buiten de gebaande paden uit de voeten kon. Er kon ook worden gekozen uit een reeks krachtigere motoren: terwijl de sterkste dieselmotor een vermogen had van 165 kW/224 pk bij 3.800 t/min, leverde de meest krachtige V6-benzinemotor nu een vermogen van 190 kW/258 pk bij 5.900 t/min.
Afhankelijk van de modelvariant werd de lengte van het model met maximaal 58 centimeter verlengd tot maximaal 5,24 meter, terwijl de wielbasis met maximaal 43 centimeter toenam tot 3,43 meter. De nieuwe Vito was voor het eerst leverbaar met drie verschillende carrosserielengtes, twee dakhoogtes en met vijf verschillende motoren en was beter dan ooit toegerust om aan de uiteenlopende eisen van een groot aantal sectoren te voldoen. Deze enorme sprong voorwaarts betaalde zich uit: in 2005 werd de Vito door de Europese jury uitgeroepen tot 'International Van of the Year'. In 2010 wist de Vito de Nederlandse titel 'Bestelauto van het jaar' in de wacht te slepen.
Ook op het vlak van de elektrificatie zette de tweede generatie Vito bestelwagens de norm: al in een heel vroeg stadium richtte Mercedes-Benz zich op de ontwikkeling van alternatieve aandrijvingen en al in 2010 ging een kleine serie van 100 exemplaren van de Vito E-CELL in productie. De elektrisch aangedreven bestelwagen was uitgerust met een 70 kW/95 pk sterke elektromotor en een lithium-ion accu met een capaciteit van 32 kWh. Na de testfase verlieten de eerste volledig elektrische bestelwagens voor aflevering aan klanten de fabriek in april 2011.
De Vito van de tweede generatie overtrof zijn uitstekend presterende voorganger en werd in zijn meest succesvolle verkoopjaar bijna 80.000 keer verkocht. In totaal verkocht Mercedes-Benz bijna 750.000 exemplaren van de middelgrote bestelwagen van de tweede generatie.
De derde generatie: nog veelzijdiger en aantrekkelijker
In mei 2014 debuteerde de derde generatie van de Vito. Dankzij een nieuw platform was de nieuwkomer, hoewel de wielbasis ongewijzigd bleef, maximaal 13 centimeter langer geworden tot maximaal 5,37 meter. Er was zodoende meer ruimte voorhanden voor zowel de lading als de passagiers. Bovendien hadden de klanten nu een grotere keuze wat de aandrijving betreft: naast de achterwiel- en vierwielaandrijving was er opnieuw voorwielaandrijving beschikbaar in combinatie met de instap-dieselmotor met twee vermogensniveaus. Niet alleen het aanbod van conventioneel aangedreven middelgrote bestelwagens was groter geworden, er kwam ook een variant met een alternatieve aandrijflijn: de puur elektrische eVito is sinds 2018 op de markt. Van de huidige Vito-varianten zijn er sinds 2014 meer dan 600.000 verkocht. In Nederland behaalde de derde generatie Vito de titel 'Bestelauto van het Jaar' in 2016 én 2017.
eVito Tourer: lokaal emissievrije pionier voor stedelijk personenvervoer
In 2018 lanceerde Mercedes-Benz de eVito, waarmee de weg werd vrijgemaakt voor duurzaam, lokaal emissievrij goederenvervoer in stedelijke gebieden. In de nieuwste evolutiestap, die in het voorjaar van 2020 is gepresenteerd, demonstreert de eVito (gecombineerd elektrisch verbruik: 27,8 kWh/100 km; gecombineerde CO2-emissie: 0 g/km) dat hij zo goed mogelijk voldoet aan de eisen inzake rijprestaties en actieradius en meer dan geschikt is om bijvoorbeeld als hotelshuttle, ruime taxi of voertuig voor ride sharing-diensten te fungeren. De accu bevindt zich onder de vloer, waardoor de laad- en passagiersruimte volledig behouden is gebleven. Dankzij de flexibele laadmogelijkheden en de mogelijkheid tot snelladen met gelijkstroom is de eVito Tourer nu nog veelzijdiger, en heeft hij een actieradius vanaf 360 kilometer.
Mazda is uiteraard nog steeds nauw betrokken bij de autosport van vandaag de dag, zoals bij diverse MX-5 raceseries in Europa, maar ook bij initiatieven als het onlangs geïntroduceerde ‘Friends of MX-5’ programma, een platform voor liefhebbers van Mazda om de passie voor hun merk te delen, in het bijzonder als het gaat om de iconische roadster MX-5. Friends of MX-5 biedt speciale voordelen en acties, waaronder een ‘once-in-a-lifetime experience’ in de vorm van de kans om in een Mazda MX-5 ND Cupauto te racen, later dit jaar tijdens de Mazda Global MX-5 Cup finale in Laguna Seca, Californië. De gelukkigen komen uit de nationale competities met de MX-5, de online MX-5 wedstrijden op het iRacing platform en uit de winnaars van het simulatorracen op Mazda evenementen. De MX-5 is als meest geracete productieauto ter wereld inderdaad uniek en belichaamt de geest van de onderscheidende autosportgeschiedenis van Mazda, waaronder successen als de overwinning van de 787B in 1991.
De winst van Mazda in Le Mans is nog steeds de eerste en enige overwinning door een Aziatische autofabrikant in deze jaarlijkse race, 's werelds oudste en nog steeds bestaande endurancerace (voor het eerst gehouden in 1923) en algemeen beschouwd als de moeilijkste in zijn soort. Het was ook de enige overwinning voor een auto met een motor zonder zuigers. Nog indrukwekkender dan de specificaties van de R26B rotatiemotor van de 787B, met perifere poortinjectie, drie bougies per rotor en een vermogen van 522 kW / 710 pk bij 9.000 t/min, was de betrouwbaarheid en de snelheid, vooral in de bochten, in handen van het coureurstrio, de Brit Johnny Herbert, de Duitser Volker Weidler en de in Luxemburg geboren Bertrand Gachot.
Alle drie deelnemende Mazda's in dat jaar, twee nieuwe 787B’s en een 787 van het jaar daarvóór, voltooiden de race en finishten op respectievelijk de eerste, zesde en achtste plaats overall. Van de 38 gekwalificeerde auto’s wisten slechts negen anderen de race officieel af te ronden. Nadat de winnende motor na afloop van de race voor inspectie volledig uit elkaar was gehaald constateerden de ingenieurs van Mazda dat de R26B in zo'n goede staat was dat hij zonder problemen nog een 24-uurs race zou kunnen rijden. De winnende 787B reed zonder enig mankement 362 ronden (4932,64 km) met een gemiddelde snelheid van 205,4 km/u, tot aan het zwart-wit geblokt.
Auto nummer 55 ging het jaar daarna met pensioen vanwege de gewijzigde regels en staat sindsdien in het Mazda Museum in Hiroshima. Met ingang van de editie van 1992 werd de cilinderinhoud beperkt, wat in feite het einde betekende van de rotatiemotor op Le Mans. Sindsdien is hij nog een paar keer van stal gehaald, zoals bij Le Mans 2011 ter gelegenheid van de 20e verjaardag van de legendarische overwinning en bij het Goodwood Festival of Speed (voor het laatst in 2015). Dergelijke gelegenheden werken als magneten voor de fans van het uitzonderlijke geluid van de auto, of ze het nu opnieuw horen of voor de eerste keer. Het is een geluid dat heden ten dage nog steeds resoneert met een bijna cult-achtige fascinatie onder race- en vooral rotatiemotorfans over de hele wereld.

Op 12 december jl. vierde Garagebedrijf Wietsma in Ten Boer haar 25-jarig jubileum. Ter gelegenheid daarvan had eigenaar Rienko Wietsma, die op deze dag ook zijn 59-ste verjaardag vierde, al zijn klanten, familie en relaties een uitnodiging gestuurd, om dit heuglijke feit samen te komen vieren. Maar liefst 450 personen(!) gaven acte de présence om Garagebedrijf Wietsma te feliciteren. De eerste gasten stonden om 11.00 uur al voor de deur, toen de hapjes en drankjes nog niet eens waren uitgestald!
Het enthousiasme was dus niet van de lucht en Rienko werd de hele dag in het zonnetje gezet met veel boeketten en andere originele kado’s, waaronder een feestelijke chocolade-replica van de Kever cabrio, die, zoals iedere vaste bezoeker wel weet, hét gezicht is van Garagebedrijf Wietsma.
Zo werd het voor de dubbele jubilaris een dag om nooit te vergeten. Voor diegenen die om wat van reden dan ook niet konden komen: er is een prachtig fotoboek gemaakt, met daarin alle plaatjes die tijdens deze onvergetelijke dag zijn geschoten. Reden genoeg om nog eens binnen te lopen bij Garagebedrijf Wietsma!
Volkswagen is altijd al in geweest voor ongebruikelijke ideeën. Daarom introduceerde het merk in maart 1989 op de Autosalon van Genève een terreinwaardig studiemodel op basis van de Golf II, Montana genaamd. Een jaar later bereikte de Montana het productiestadium onder de naam Golf Country. De basis voor het model, de vierwielaangedreven Golf syncro CL, werd in Wolfsburg gelegd.
Alleen voor fabrieks medewerkers
Deze laatste was in een oplage van 558 stuks aanzienlijk luxer uitgerust, met ondermeer crèmekleurig leer, zwarte lak, een elektrisch bedienbaar Webasto vouwdak en chroomaccenten. Nog exclusiever waren de ongeveer vijftig ‘Wolfsburg Edition’-uitvoeringen van de Golf Country met de GTI-motor in het vooronder die enkel aan fabrieksmedewerkers voorbehouden waren.
De Keke Rosberg Edition van de Calibra is een van de meest legendarische versies. Vlak voor het debuut in het DTM (seizoen 1993/1994) introduceerde Opel de 125 kW (170 pk) sterke Calibra 2.5 V6 en een 2,0-liter variant in witgele DTM-uitdossing. De in mei 1996 uitgebrachte Calibra Cliff Motorsport Edition had de kleurstelling van de Klasse 1-racer, waarmee Manuel Reuter kampioen werd in het ITC, het internationale toerwagenkampioenschap. Deze versie had een met 20 mm. verlaagd sportonderstel en was voorzien van lichtmetalen BBS-wielen (7J x 16).
Vlak voor het einde van de productie lanceerde Opel nog de Calibra Last Edition, een speciale gelimiteerde versie met een sportonderstel, BBS-wielen, lederen bekleding en airconditioning en naar keuze de 2,5-liter V6 of de 100 kW (136 pk) sterke 2,0-liter viercilindermotor. Op 29 augustus 1997 rolde de laatste Calibra, een zwarte Last Edition, van de band. Daarmee kwam de teller op een totale productie van 238.647 exemplaren. De meeste daarvan zijn geproduceerd in Rüsselsheim. In 1990 was de vraag echter zó groot dat Opel de productiedoelstelling van 20.000 naar 60.000 moest bijstellen. Valmet Automotive in het Finse Uusikaupunki nam een deel van de extra productie op zich. De belangrijkste markten voor de Calibra waren Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Spanje en Frankrijk. De 85 kW sterke 2.0-versie is goed voor het leeuwendeel van het productie-aantal (130.000), gevolgd door de 2.0 16V (61.000). Vandaag de dag is de Opel Calibra gewild bij liefhebbers van youngtimers.
Al medio jaren zeventig begon Audi, mede onder invloed van de oliecrisis, met de ontwikkeling van een nieuwe, zuinige motor, die uiteindelijk de TDI zou worden. In 1989 presenteerde Audi tijdens de IAA in Frankfurt de 2.5 TDI-motor in een Audi 100. De eerste TDI-motor was een vijfcilinder-in-lijn-turbodieselmotor met een cilinderinhoud van 2.461 cm3, directe brandstofinjectie en volledig elektronisch motormanagement.
Destijds vermoedde nog niemand dat deze motor een doorbraak voor de dieselmotor in de serieproductie in Europa en het begin van een nieuw tijdperk vormde. Het vermogen van 88 kW (120 pk) en het koppel (265 Nm) betekenden ten opzichte van de concurrentie toen een enorme stap vooruit.
Steeds meer varianten
Ook kleinere TDI-motoren volgden, zoals de 1.2 TDI in de Audi A2 in 2001, waarmee een gemiddeld verbruik van 2,99 liter per 100 km (81 gram CO2 per kilometer) kon worden gerealiseerd. In 2004 was de 3.0 TDI-motor de eerste van de nieuwe V-motorenfamilie van Audi. Nieuw waren toen ook de piëzo-injectoren, waarmee minimale hoeveelheden brandstof uiterst nauwkeurig kunnen worden ingespoten. De V12 TDI, die eind 2008 in de Q7 zijn opwachting maakte, vormde als sterkste in serie geproduceerde dieselmotor in een personenwagen de kroon op de TDI-technologie van Audi. Uit zes liter haalde de V12 TDI-motor een vermogen van 368 kW (500 pk) en een koppel van 1.000 Nm. Als antwoord op steeds strenger wordende uitlaatgasnormen - vooral in de VS - kwam Audi in 2009 met de clean diesel-technologie. De 3.0 TDI clean diesel beschikte over een common-rail-systeem met nieuwe sensoren in de verbrandingskamers. Een fijne verstuiving en nauwkeurige verbranding zorgden voor minder uitstoot, terwijl een selectieve reductiekatalysator in de uitlaat de stikoxiden verminderde. In 2013 volgde het dieselpartikelfilter met SCR-laag.
Turbocompressie, inspuiting en uitlaatgasreiniging belangrijkste factoren
Indrukwekkende cijfers
Daarbij dient de TDI-motor uit de Le Mans-winnende raceauto Audi R18 e-tron quattro als voorbeeld: deze vierliter V6 TDI-motor bereikt met een inspuitdruk van meer dan 2.800 bar een vermogen van rond de 100 kW per liter. Bij de nabewerking van de uitlaatgassen was in de afgelopen jaren de vroegtijdige werking van de componenten het doel. Dankzij de stijgende efficiëntie van de TDI-motoren daalt de uitlaatgastemperatuur steeds verder. In de ECE-norm wordt pas na 2,5 minuten een temperatuur van 150 graden Celcius achter de oxidatiekatalysator gemeten. Onder dit niveau vindt geen omzetting plaats. De volgende stap komt in 2015 bij de 3.0 TDI: in plaats van een oxidatiekatalysator zal dan een nieuwe NOx-opslagkatalysator worden gebruikt. Deze slaat de stikstofoxiden op totdat de opslag volledig gevuld is, waarna de reiniging in de motor plaatsvindt. Met het oog op het brandstofverbruik wordt deze katalysator alleen actief bij lage uitlaatgastemperaturen, zoals na de start en wanneer er langzaam wordt gereden. In alle andere gevallen zorgt het dieselpartikelfilter voor de omzetting van de stikstofoxiden.
Al zo’n 7,5 miljoen Audi’s met TDI-motor geproduceerd
Alle TDI-motoren die Audi momenteel levert zijn uitermate efficiënt, schoon, stil, comfortabel en krachtig. In grootte uiteenlopend van 1,6 tot 4,2 liter en met vermogens van 66 kW (90 pk) bij de 1.6 TDI tot 283 kW (385 pk) bij de 4.2 TDI worden de motoren in alle modelreeksen geleverd, met uitzondering van de R8. De best verkochte motor is de 2.0 TDI, waarvan er al bijna drie miljoen exemplaren werden geleverd; alleen vorig jaar al bijna 370.000 eenheden.
De volgende stap: elektrische biturbo
‘Rightsizing’: motoren in de juiste grootte, passend bij de auto
Ook de autosport maakt deel uit van het DNA van Audi. Het circuit is het zwaarste testlaboratorium voor nieuwe ontwikkelingen die later hun weg naar de serieproductie vinden. In 2006 maakte de Audi TDI-motor zijn opwachting bij de 24 Uur van Le Mans en won gelijk in het eerste jaar, de eerste overwinning voor een dieselmotor in de historie van de lange-afstandsrace. Sinds het debuut heeft Audi in negen jaar acht overwinningen in Le Mans behaald, eerst met de TDI-motor en later met een combinatie van TDI- en elektromotor. Op het circuit gelden dezelfde eisen als in de serieproductie: het doel is, steeds meer uit elke druppel brandstof te halen. De successen in de autosport vormen een indrukwekkend bewijs van het potentieel van de TDI-technologie van Audi, onlangs nog met een dubbelzege in Le Mans.
Nieuwe 1.4 TDI-motor
De nieuwe, in lengterichting ingebouwde 2.0 TDI-motor











































